. |
Kasteel Teylingen is de ruïne van een rond waterkasteel. Het staat ten noorden van Sassenheim (Zuid-Holland) aan de weg naar Noordwijk.
Het kasteel lag oorspronkelijk aan de rand van de bossen tussen Noordwijk en Haarlem en diende om de weg van Den Haag naar Haarlem te beheersen.
Kasteel Teylingen werd misschien al gesticht in de 12de
eeuw [opmerking]. Er zou toen op de plek van de
huidige donjon reeds een toren hebben gestaan.
Dit blijkt uit
bouwhistorisch onderzoek uit 1994. Er zijn echter nog geen
archeologische bewijzen gevonden.
In 1203 brak in Holland de Loonse successieoorlog uit (zie de Burcht van Leiden). Na de oorlog waren veel kastelen verwoest en deze werden nu herbouwd. Het is dan ook waarschijnlijk toen dat de bouw van het huidige kasteel begon.
De bouwheer was Willem van Teylingen (†1244), een leenman en verwant van de graven van Holland.
Willem van Teylingen liet de huidige ringmuur optrekken en nam daarbij de 12de-eeuwse toren in de ringmuur op (deze toren werd 50 jaar later vervangen door de huidige donjon). Ten noordwesten van het kasteel stond ook een voorburcht met onder andere een kapel, maar de voorburcht is nu geheel verdwenen.
Willem van Teylingen speelde een belangrijke rol onder vier Hollandse graven: Dirk VII, Willem I, Floris IV en Willem II van Holland. Onder het bewind van graaf Floris IV wordt hij voor het eerst ook vermeld als 'ridder'. Hij stierf in 1244.
Kasteel Teylingen, met rechts
de thans
verdwenen voorburcht. |
Dirk van Teylingen overleed in 1282. Het jaar daarop overleed ook zijn zoon Willem, de laatste heer van Teylingen, zonder wettige erfgenaam. Het kasteel verviel terug aan Floris V, de leenheer. Floris gaf het voor het leven aan zijn vriendin en nicht Catharina van Durbuy.
De houtvesters
Na de dood van
Catharina van Durbuy in 1328 werd het kasteel de ambtswoning van
de houtvester van de graaf van Holland.
De houtvester moest
toezicht houden op de jacht en op het onderhoud van de venen en
bomen in het grafelijk domein. De graven van Holland, voor wie
Teylingen een erg geliefd jacht- en lustslot was, verbleven soms
langdurig op het kasteel, en de houtvester moest er dan voor
zorgen dat ze niets tekort kwamen: hij voorzag ze van wild en
van brandstof.
De eerste houtvester op Teylingen was heer Simon van Benthem, die in 1329 door graaf Willem IV van Holland met het slot beleend werd. Hij moet bijzonder blij zijn geweest met deze belening, want hij veranderde zijn naam in 'Van Teylingen'. Simon van Teylingen-Benthem kwam om samen met de graaf in 1345, tijdens de slag bij Staveren. Na hem volgde nog een lange reeks houtvesters, die tot in de 18de eeuw op het kasteel zouden zetelen.
Merkwaardig genoeg was de bekendste van de lange reeks houtvesters op kasteel Teylingen een Hollandse gravin: Jacoba van Beieren (1401-1436). Ze verkreeg het ambt van houtvester in 1433. Dit ambt was voor haar een soort troostprijs, want haar neef de hertog Filips van Bourgondië had haar gedwongen afstand te doen van haar rechten op het graafschap Holland. Jacoba van Beieren verbleef aanvankelijk niet vaak op het kasteel. Wel heeft ze haar laatste levensjaar geheel op het kasteel doorgebracht.
Na het overlijden van Jacoba van Beieren in 1436 kwamen de graven van Holland nauwelijks meer naar Teylingen. Toch is het veelzeggend over de belangrijke positie van het kasteel dat zelfs Karel V, die in 1515 als nieuwe vorst door Nederland trok, een nacht kwam doorbrengen op het kasteel om na het ontbijt te gaan jagen in de Haarlemmerhout.
Tijdens de Tachtigjarige oorlog (1568-1648), in 1573, toen de Spanjaarden Haarlem belegerden, werd het kasteel verwoest door de legers van Hertog Alva (Spaans generaal en gouverneur van de Nederlanden). Het kasteel werd in 1605 hersteld. Vanaf toen diende de donjon als gevangenis voor illegale jagers die de houtvester had opgepakt. Omstreeks 1675 brandde de donjon uit; daarna werd het niet meer hersteld.
In 1795 werd de houtvesterij opgeheven. Alle gebouwen kwamen leeg te staan, waarna zij in verval raakten. Het is toen dat de bebouwing op de voorburcht werd afgebroken.
In 1857 vond er een publieke verkoping plaats, waarbij het kasteel door twee jonkheren van Teylingen werd gekocht, maar hun erven droegen het in 1889 over aan het rijk. Het kasteel verkeerde in vervallen toestand. Het is na 1933 geconsolideerd door de Rijksgebouwendienst.
Tegenwoordig wordt het kasteel beheerd door de Kastelenstichting Holland en Zeeland.
Het kasteel is te bezichtigen (tegen entree).
Foto hierboven: het kasteel
vanuit het zuiden.
Kasteel Teylingen Teylingerlaan 23 Voorhout |
Tekst: Mathieu Fannee
Geraadpleegde literatuur:
Hartog, E. den & Koopmanschap, H. (2004). Teylingen Bezoekergids. Kastelenstichting Holland en Zeeland;
Hartog, E. den, et al (2004). De archeologie van Teylingen en Brederode, Jaarboek 2004, Kastelenstichting Holland en Zeeland, p.13-21, p.41-42;
Kalkwiek, K.A. & Schellart, A.I.J.M. (red.) (1980). Atlas van de Nederlandse kastelen, A.W.Sijthoff's Uitgeversmaatschappij b.v., Alphen a/d Rijn, p.152;
Kuipers-Verbuijs, M.J. et al (1997). Ruïnes in Nederland, Waanders Uitgevers, Zwolle, p.290-292;
Moerman, I.W.L. (1976). De ruïne van Teylingen, Deel XXVI uit de serie Nederlandse Kastelen, Nederlandse Kastelenstichting, ANWB;
Reijen, Paul E. van (1976). Middeleeuwse kastelen in Nederland, Unieboek b.v., Bussum. (3de herziene druk), p.60-63, p.71;
Stöver, Jos et al (2000). Kastelen en buitenplaatsen in Zuid-Holland, Walburg Pers, Zutphen, p.96-101;
http://www.kastelenhollandzeeland.nl/teylingen.htm;
http://www.compagniebrederode.nl/stamboom.php;
Illustraties:
(foto's van het kasteel)
Mathieu Fannee;
(plattegrond)
auteur onbekend,
gevonden op http://www.kasteleninnederland.nl/kasteel201.php;
(prent)
J.Schijnvoet, gevonden op
http://www.kasteleninnederland.nl/kasteel201.php;